Online bankieren

#
Wist u dat…
  • u met Fintro Easy Banking App uw bank altijd bij de hand heeft?
Download Fintro Easy Banking App

Aan uw zijde

#
Wist u dat…
  • u nu kan huren, en later kopen?
Ontdek HappyNest

Online bankieren

  • Vraag het aan Fintro
#
Wist u dat…
  • u met Fintro Easy Banking App uw bank altijd bij de hand heeft?
Download Fintro Easy Banking App

Aan uw zijde

#
Wist u dat…
  • u nu kan huren, en later kopen?
Ontdek HappyNest

SPAREN EN BELEGGEN

Jaarlijkse taks op de effectenrekeningen

Wat is de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen?

De jaarlijkse taks op de effectenrekeningen is een belasting van 0,15% die wordt geheven op effectenrekeningen waarvan de gemiddelde waarde over een bepaalde referentieperiode méér dan 1 miljoen euro bedraagt. De belasting is verschuldigd per effectenrekening en niet per titularis. Zowel effectenrekeningen van natuurlijke personen als deze van rechtspersonen en feitelijke verenigingen zijn onderhevig aan de taks.

Wanneer is de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen in werking getreden?

Deze taks werd op 25 februari 2021 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en is de dag erna, op 26 februari 2021, in werking getreden.

De algemene antimisbruikbepaling en de niet-tegenstelbaarheden daarentegen zijn met retroactief effect in werking getreden en zijn van toepassing sinds 30 oktober 2020 (zie ‘Wat zijn de niet-tegenstelbaarheden?’ en ‘Wat houdt de algemene antimisbruikbepaling in?’).

Op welke rekeningen is de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen van toepassing en zijn er vrijstellingen mogelijk?

De jaarlijkse taks op de effectenrekeningen is van toepassing op effectenrekeningen van natuurlijke personen, rechtspersonen en bepaalde verenigingen:

  • Belgische ingezetenen: voor hun effectenrekeningen aangehouden bij zowel in België opgerichte of gevestigde financiële instellingen als bij in het buitenland opgerichte of gevestigde financiële instellingen.
  • Buitenlandse ingezetenen: enkel voor hun effectenrekeningen aangehouden bij een in België opgerichte of gevestigde financiële instelling. Hun effectenrekeningen aangehouden bij een in het buitenland gevestigde financiële instelling vallen dus niet onder de taks.
  • Er is een mogelijke vrijstelling voor effectenrekeningen die aangehouden worden door buitenlandse ingezetenen als ze woonachtig zijn in een land dat met België een dubbelbelastingverdrag afsloot en als dit verdrag de heffingsbevoegdheid voor het vermogen op de effectenrekening toewijst aan de woonstaat i.p.v. aan België:

- dit geldt bijvoorbeeld voor het belastingverdrag met Canada, Denemarken, Duitsland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Zweden en Zwitserland;

- dit geldt bijvoorbeeld NIET voor het dubbelbelastingverdrag met Australië, China, Frankrijk, Ierland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk.

Welke financiële instrumenten viseert de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen?

  • Alle financiële instrumenten die op een effectenrekening worden aangehouden, zijn geviseerd. Denk hierbij aan aandelen, obligaties, vastgoedcertificaten, turbo’s, trackers, warranten, enz.
  • Effecten op naam, waarvoor de eigendom enkel blijkt uit de inschrijving in een nominatief register worden niet geviseerd aangezien deze niet op de effectenrekening worden aangehouden. Opgelet: indien u vanaf 30 oktober 2020 belastbare financiële instrumenten op naam zet, dan heeft deze conversie mogelijks geen uitwerking (zie ook ‘Wat zijn de niet-tegenstelbaarheden?’).
  • Geldmiddelen die u op een zichtrekening of spaarrekening aanhoudt, worden niet in aanmerking genomen.

Hoe wordt de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen berekend?

Voor de berekening van de taks zijn volgende begrippen relevant:

Referentieperiode: dit is een periode van 12 opeenvolgende maanden die aanvangt op 1 oktober en eindigt op 30 september van het volgende jaar.

Aangezien de wet pas op 26 februari 2021 in werking is getreden, zal de eerste referentieperiode uitzonderlijk lopen van 26 februari tot en met 30 september 2021.

Specifieke referentieperiode: Een ‘specifieke’ referentieperiode ontstaat bijvoorbeeld naar aanleiding van het afsluiten van een effectenrekening of wanneer de enige of laatste titularis van een effectenrekening inwoner wordt van een staat waaraan de heffingsbevoegdheid op vermogen uitdrukkelijk en exclusief is toegewezen.

Referentietijdstippen: dit zijn de tijdstippen waarop de vermogensfoto’s (= waardebepaling) van de effectenrekening worden genomen. In principe zijn er vier referentietijdstippen: op 31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september.

Aangezien de wet pas op 26 februari 2021 in werking is getreden, zullen er in de eerste referentieperiode slechts drie referentietijdstippen zijn, namelijk op 31 maart, 30 juni en 30 september.

Algemene berekeningswijze:

Op het einde van de referentieperiode wordt de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten berekend op basis van de vermogensfoto’s genomen op de verschillende referentietijdstippen, als volgt:

  • de laatste dag van elk kwartaal is een referentietijdstip: 31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september. Normaal gezien zijn er vier referentietijdstippen, met uitzondering van het eerste jaar waarin de taks in werking is getreden (2021).
  • Op elk referentietijdstip wordt een vermogensfoto gemaakt van de waarde van de belastbare financiële instrumenten op de effectenrekening.
  • Deze vermogensfoto’s worden opgeteld en gedeeld door het aantal referentietijdstippen.
  • Op die manier wordt de gemiddelde waarde verkregen op de laatste dag van de referentieperiode (dus 30 september).
  • Indien deze gemiddelde waarde hoger ligt dan 1 miljoen euro, dan wordt de verschuldigde taks berekend aan het tarief van 0,15 procent.
  • Voor effectenrekeningen met een maximale waarde van 1.015.228,43 euro wordt de taks geplafonneerd. Het bedrag van de taks wordt dan beperkt tot 10 procent van het verschil tussen de (i) belastbare grondslag (= de totale gemiddelde waarde) en (ii) het bedrag van 1 miljoen euro. Bijvoorbeeld: indien de gemiddelde waarde van een effectenrekening 1.001.000 euro bedraagt, dan is het bedrag van de taks gelijk aan 100 euro (10% op het verschil tussen 1.001.000 euro en 1.000.000 euro) in plaats van 1.501,50 euro (0,15% op de gemiddelde waarde).

Voorbeeldberekeningen

Voorbeeldberekening bij een volledige referentieperiode:

U bent titularis van een effectenrekening bij BNP Paribas Fortis NV sinds 1 januari 2021. De gemiddelde waarde van de aangehouden belastbare financiële instrumenten is als volgt:

  • waarde op 31 maart 2021= 1.560.000 euro
  • waarde op 30 juni 2021= 1.670.000 euro
  • waarde op 30 september 2021= 1.340.000 euro

De gemiddelde waarde = (1.560.000 + 1.670.000 + 1.340.000) = 4.570.000 euro / 3 = 1.523.333,33 euro

Het bedrag van de taks bedraagt in dit geval 1.523.333,33 euro *0,15% = 2.285 euro

Voorbeeldberekening bij een specifieke referentieperiode (afsluiten van een effectenrekening):

U bent titularis van een effectenrekening bij BNP Paribas Fortis NV sinds 1 januari 2021 en sluit deze af op 7 juli van hetzelfde jaar. In dit geval zullen de foto’s van 31 maart en 30 juni worden gebruikt om de gemiddelde waarde te bepalen:

  • waarde op 31 maart 2021= 1.560.000 euro
  • waarde op 30 juni 2021= 1.670.000 euro

De gemiddelde waarde = (1.560.000 + 1.670.000) = 3.230.000 euro / 2 = 1.615.000 euro

Het bedrag van de taks bedraagt in dit geval 1.615.000 euro *0,15% = 2.422,50 euro

Hoe en wanneer zal de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen worden geïnd?

In zijn hoedanigheid van Belgische financiële instelling zal BNP Paribas Fortis NV de verschuldigde jaarlijkse taks op de effectenrekeningen automatisch innen.

De bevrijdende betaling door de Belgische tussenpersoon is het uitgangspunt. In alle andere gevallen gaat de titularis zelf over tot aangifte en betaling van de taks. Indien een effectenrekening wordt aangehouden door meerdere titularissen, kan elke titularis de aangifte indienen voor alle titularissen. Elke titularis is dan hoofdelijk gehouden tot de betaling van de taks, de boetes en de interesten.

Procedure bij een normale referentieperiode:

Indien u een effectenrekening heeft waarvoor de taks verschuldigd is, dan zal u hierover worden geïnformeerd. Tegen uiterlijk 31 oktober zal u een overzicht ontvangen met daarin de volgende informatie:

  • het nummer van de betrokken effectenrekening
  • de identiteit van de titularissen
  • de elementen die zijn gebruikt voor de berekening van de belastbare basis (de referentietijdstippen, de gemiddelde waarde, het te betalen bedrag ...)
  • de referentieperiode

Het overzicht zal tevens het nummer vermelden van de cashrekening die aan de effectenrekening is gekoppeld en waarvan de taks zal worden afgehouden.

Procedure bij een specifieke referentieperiode (bijvoorbeeld het afsluiten van een effectenrekening tijdens de referentieperiode)

Indien blijkt dat uw effectenrekening aan de taks onderhevig is, dan zal u het overzicht ontvangen kort nadat de afsluiting of een andere gebeurtenis heeft plaatsgevonden die voor de specifieke referentieperiode heeft gezorgd. Dit overzicht zal dezelfde gegevens bevatten als voor een normale referentieperiode. De debitering van het bedrag zal enkele werkdagen na de terbeschikkingstelling van het overzicht plaatsvinden.

Overzicht

U ontvangt het overzicht in principe via onze digitale kanalen.

Wat zijn de niet-tegenstelbaarheden?

De wet stelt dat volgende twee verrichtingen automatisch niet-tegenstelbaar zijn en dus genegeerd moeten worden:

  • het splitsen van een effectenrekening in meerdere effectenrekeningen aangehouden bij dezelfde tussenpersoon
  • de omzetting van belastbare financiële instrumenten, aangehouden op een effectenrekening, naar financiële instrumenten op naam

Voor de berekening van de taks wordt er dan vanuit gegaan dat de rekening niet werd gesplitst of dat de effecten nog steeds op de effectenrekening werden aangehouden. De niet-tegenstelbaarheden traden met retroactief effect in werking op 30 oktober 2020.

Wat houdt de algemene antimisbruikbepaling in?

Naast de twee niet-tegenstelbaarheden bevat de wet ook een algemene antimisbruikbepaling op basis waarvan de fiscale administratie verrichtingen gericht op belastingontwijking kan negeren. Deze bepaling heeft geen automatische uitwerking: de fiscus moet het fiscaal misbruik inroepen, maar er is ook een mogelijkheid om het tegenbewijs te leveren aan de hand van niet-fiscale motieven. De onderstaande verrichtingen worden, onder andere, door de algemene antimisbruikbepaling geviseerd:

  • het splitsen van effectenrekeningen waarbij effecten worden verplaatst tussen rekeningen bij dezelfde financiële tussenpersoon of naar rekeningen bij een andere financiële tussenpersoon met het oogmerk om te vermijden dat de totale waarde van de effecten op één rekening meer bedraagt dan 1 miljoen euro
  • het openen van effectenrekeningen waarbij effecten worden gespreid tussen rekeningen bij dezelfde financiële tussenpersoon of bij een andere financiële tussenpersoon met het oogmerk om te vermijden dat de totale waarde van de effecten op één rekening meer bedraagt dan 1 miljoen euro
  • de omzetting van aandelen, obligaties en andere belastbare financiële instrumenten in effecten op naam zodat ze niet langer meer op een effectenrekening worden aangehouden, met het oogmerk om te ontsnappen aan de taks. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de omzetting plaatsvindt in situaties waar het gebruikelijk is dat de effecten gedematerialiseerd worden aangehouden en de omzetting geen betrekking heeft op (vaak belangrijke) aandelenparticipaties in (voornamelijk) familiale vennootschapen die als langetermijninvestering en/of voor controledoeleinden worden aangehouden, dewelke zich immers buiten het normale kader van een portefeuillebelegging situeren
  • het onderbrengen van een aan de taks onderworpen effectenrekening in een buitenlandse rechtspersoon die de effecten overplaatst naar een buitenlandse effectenrekening, met het oogmerk de taks te vermijden
  • het onderbrengen van een aan de taks onderworpen effectenrekening in een fonds waarvan de deelbewijzen op naam worden geplaatst, met het oogmerk de taks te vermijden
  • de overplaatsing van een effectenrekening of van een bestaande tak 23-verzekeringsovereenkomst naar een tak 23-verzekeringsovereenkomst afgesloten met een buiten België gevestigde verzekeringsonderneming, met het oogmerk om te ontsnappen aan de taks
  • de overplaatsing van een effectenrekening waarbij effecten worden getransfereerd naar het buitenland bij dezelfde financiële tussenpersoon of naar rekeningen bij een andere financiële tussenpersoon, met het oogmerk om te ontsnappen aan de taks;
  • het aanhouden van een effectenrekening waarvan alle effecten zijn verkocht of getransfereerd om nulwaarden te creëren op referentietijdstippen teneinde de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten tijdens dereferentieperiode te laten dalen, met het oogmerk om de taks te verminderen of te ontsnappen aan de taks.

Net als de niet-tegenstelbaarheden is de algemene antimisbruikbepaling met retroactief effect in werking getreden vanaf 30 oktober 2020.